Pandit Sewsager Sewgobind mag terecht de stuwende kracht achter de Lala Rookh Stichting genoemd worden. De plaats welke de organisatie en het kinderhuis Gaytrie thans innemen in de Nickeriaanse gemeenschap, is in belangrijke mate aan hem te danken.
Als jongste uit een gezin van 9 kinderen was hij al op 23 jarige leeftijd actief op het sociale vlak. In 1955 deed hij ook zijn intrede in de politiek. Samen met Sitalsingh en Wix was hij de oprichter van de Nickerie Eenheidspartij. In 1958 werkte hij samen met de heren Dewnarain Poetoe en Kolhoe in de N.O.P ( Nickerie Onafhankelijkheid Partij). Als hoofdpropagandist van deze partij maakte hij 2 verkiezingsoverwinningen mee. In 1965 stapte hij over naar de V.H.P. waarvoor hij tot 1987 actief propagandist was. Vanwege zijn scherpe toespraken kreeg hij de naam "Young Tiger”. Vooral zijn zelfgemaakte alha’s waren populair.
Zoals eerder opgemerkt was Pandit een zeer sociaal bewogen mens. Hij richtte in 1960 samen met wijlen Kodan Lomberdar de Satja Sabha op . Deze organisatie heeft baanbrekend werk verzet voor de sociaal zwakkeren in de Nickeriaanse samenleving. Satje Sabha was tevens een begrafenisfonds. Indertijd was crematie wettelijk nog niet toegestaan. De heer Lomberdar kreeg dan ook de bijnaam ”lijken vader”. Hij stond altijd klaar voor mensen die zijn steun nodig hadden in tijden van verdriet en vaak zag men hem in het lijkenhuis en op de begraafplaats. Bij zijn stand onder de markt kwamen velen vaak langs om een praatje te maken . Met wijlen Parsram Soekhoe blies Pandit in 1962 nieuw leven in aan de Sanathan Dharm Maha Sabha.
Jarenlang was hij vertegenwoordiger van BSS, Bharty Sanskriti Samitie, in Nickerie. De hoofdafdeling van deze organisatie zetelde in Paramaribo en was opgericht door de toenmalige cultureel attaché van India, Baboe Mahatam Singh. Het doel van deze Samitie was o.a. meer bekendheid geven aan Hindi in de Surinaamse samenleving. Met medewerking van de heer Saligram werd toen het eerste Hindi examen afgenomen in Nickerie. Door zijn inspiratie aanschouwde de Ramayan Sewak Sang het levenslicht in 1962 en in 1972 de V.K.S.(Vidhiarti Kirtan Samaadj). In de R.S.S. ontplooide hij culturele en religieuze activiteiten met zijn leeftijdgenoten en in de V.K.S. deed hij dat met de jongeren. In de V.K.S. probeerde hij samen met de jongeren richting te geven aan zijn ideeën en idealen. Zonder meer kan gesteld worden dat hij daarin geslaagd is. In 1972 beijverde Pandit zich samen met inspecteur Madari voor de oprichting van een borstbeeld van Mahatma Gandhi. Toen is ook het comité opgericht dat leiding zou geven aan de viering van 100 jaar Hindostaanse Immigratie in 1973. Dit comité werd later de Lala Rookh Stichting. In 1979 werd hij benoemd tot adviseur van Hindi Parishad Nickerie en in dit zelfde jaar begonnen de bouwwerkzaamheden voor het kinderhuis Gaytrie. Dit tehuis werd op 15 december geopend met Sewsager als beheerder.Deze functie bekleedde hij tot zijn heengaan. Zijn beroep als handelaar had hij al opgegeven. Hij wilde zich voor de volle honderd procent belangeloos inzetten voor de kinderen van dit tehuis. Voor al het goede werk dat hij deed, werd hij op 25 november 1986 en op 25 november 1995 gedecoreerd. Hij werd Ridder in de ere orde van de Gouden Palm.
Een ieder die Pandit gekend heeft, weet dat hij de functie als beheerder van het kinderhuis met veel plezier en grenzeloos enthousiasme heeft vervuld. Je zou samen een tijdje met hem moeten optrekken om te weten, hoe hij zich voelde en hoeveel hij erom gaf. Zijn credo was dat geluk niet afhankelijk is van persoonlijk succes en geld, maar meer van optimisme en plezier in het werk dat men doet. Elk kind van het kinderhuis keek dan ook reikhalzend uit naar de komst van "aadja" als hij een tijdje om welke reden dan ook afwezig was geweest. Bewust van zijn taak probeerde hij niet langer dan noodzakelijk weg te blijven. Alleen in geval van ziekte en uitlandigheid zou men Pandit voor langere tijd niet “thuis” aantreffen. Deze ashram was gewoon een deel van zijn leven geworden en niets of niemand kon hem weerhouden om datgene te doen wat in het belang was van Gaytrie. Hij greep elke gelegenheid aan om het onderste uit de kan te halen voor zijn kinderen. Op zijn tijd was hij ook heel streng. Toch kon elk kind bij hem terecht met zijn problemen. Zelf probeerde hij een voorbeeld te zijn. Hij versterkte het gevoel van eigen waarde bij de kinderen en was voortdurend bedacht op mogelijkheden om hun situatie te verbeteren en hen klaar te stomen voor een goede plaats in de samenleving. Bijna elke ochtend was hij op de markt te vinden, waar hij de boodschappen haalde, mensen ontmoette en de boodschap van Gaytrie overbracht.Van deze goeroe kan gezegd worden dat hij zijn taak naar volle tevredenheid van zijn pupillen heeft volbracht. Het is te hopen dat Nickerie deze persoonlijkheid niet zal vergeten.
Uit: Van werkgroep tot Stichting Lala Rookh door Shaam Jibodh. Ingekort en bewerkt door de redactie van deze website.
Email: sjibodh@shrivishnu.nl
Copyright © 2003 - 2004 . All rights reserved.
Designed by Galactica's Graphics