HERINNERINGEN AAN NICKERIE - Het zoetwaterkanaal
door Jozef Siwpersad
|
Dr. Jozef Siwpersad 1944 - 2007 |
Het zoetwaterkanaal van Nieuw Nickerie: sieraad of riool?
Naast de sierlijke en altijd wuivende kokospalmen aan de Maynardstraat was het zoetwaterkanaal vroeger een van de meest markante en mooiste objecten in Nieuw Nickerie. Het stromende en diepbruine water nodigde de straatjeugd in de droge seizoenen vaak uit tot een stiekeme duik. Tijdens zo’n verboden duik werd een teen van mijn rechtervoet over de hele lengte opengereten. De littekens zijn nog te zien. Kennelijk had een boze buurman kapotte flessen in het water gegooid om mij en anderen een gevoelige les te leren. Het water was overigens schoon genoeg om te drinken. Velen deden dat dan ook met hun tot een kommetje gevouwen handen. Je werd er nooit ziek van. Leidingwater kreeg het stadje pas rond 1960. In de droge tijd voorzag het kanaal grote delen van de bevolking van water voor de huishouding. Je haalde het water op in een emmer die je dan weer op je hoofd naar huis droeg. Voor sommige waterhalers was de afstand van en naar het kanaal meer dan een kilometer. Anderen kwamen met vaten die ze vulden en terugrolden naar huis. Zij die het zich konden permitteren, kochten vaten met water van de bezitters van ezelskarren. Dat waren veelal oude Creoolse bazen. Zo’n “barriel” met honderd liter water kostte vijftig centen, een kapitaal voor de armen. Vaak begonnen deze transporteurs hun werk vroeg in de ochtend, zo tegen vijf uur, en je zag ze dan de hele dag van en naar het water gaan. Zij parkeerden hun ezelskarren bij de trappen van het kanaal. Met een emmer putten zij het water en stortten dat in de vaten. Naast het gerinkel van hun emmer en het geklots van het vallende water hoorde je in de vroege ochtend ook hun ezels luidkeels balken. Dit gebalk, met het gebruikelijke hanengekraai, kondigde als een natuurlijke wekker de nieuwe dag aan. Niemand stoorde zich hieraan. Het hoorde gewoon bij het leven van die tijd. Tijdens de week van de kermis werd het water opgevoerd tot de hoogste stand. Het kanaal leek meer te glinsteren en daardoor bijna feestelijk. Ter hoogte van het kermisterrein was het kanaal de plek voor mastlopen, zwemwedstrijden en het gespartel van kleine kinderen (zie “Kermis”). Kortom: het zoetwaterkanaal was vroeger een sieraad en bron van leven en vertier .
Het zoetwaterkanaal, zoals het uitzag in 1950 |
|
Het zoetwaterkanaal - zoals het regelmatig heeft uitgezien in de afgelopen jaren. |
Hoe anders ligt het zoetwaterkanaal er nu bij! Het water stroomt nauwelijks omdat de afvoersluis aan de rivierkant is verwijderd. De oevers zijn overwoekerd door onkruid en op het water drijft vuil. Het lijkt of het kanaal krimpt, dat het versmalt en langzaam dichtgroeit. Het begint meer en meer te lijken op de stinkende en door kadavers, fietswrakken en autobanden verstopte grachten en kreken in Paramaribo. De Sommeldijckse kreek, de grootste open riool van de hoofdstad, is daar een goed voorbeeld van. In april 2005 heb ik getracht de droevige staat van het kanaal onder de aandacht te brengen van een hooggeplaatste functionaris in Nickerie. Ik vroeg hem of het kanaal niet in zijn oude glorie hersteld kon worden. Verbeten fluisterde mij toe: “Wat glorie, dat ding is een riool”, en ging over tot de orde van de dag…
De huidige staat van het kanaal is niet alleen typerend voor de algehele malaise waarin het district verkeert. Het is ook veelzeggend voor de kortzichtigheid en de onverschillige manier waarmee bestuurders en anderen omgaan met het schaarse cultuurhistorische erfgoed in het district. Deze vorm van “cultuurbarbarisme” is uitermate schadelijk voor het aanzien van het district. Het kanaal is als monument niet alleen cultureel van belang, maar het is van grote betekenis voor het binnen- en buitenlandse toerisme. Nickerie immers, kent weinig uitgaansplekken met vertier. Desondanks trekt het district vele bezoekers uit binnen- en buitenland. Zij klagen echter steeds dat je er al binnen een paar uur bent uitgekeken. Dit moet veranderen. Het kanaal en enkele oude gebouwen met een typische architectuur (een enkele kerk, moskee en mandir en oude Chinese winkels bijvoorbeeld) zijn de weinige beziensbezienswaardigheden waarover Nickerie nog beschikt. Die moeten worden bewaard en gekoesterd. Dit epistel heeft dan ook niet alleen het karakter van een herinnering, maar is ook een aanklacht en een vlammend protest tegen de verwaarlozing. Niet alleen van het kanaal, maar ook van het hele erfgoed. Bovendien is het een oproep gericht aan de Nieuw-Nikerianen om zelf in actie te komen en hun kanaal te redden. Daarmee kunnen ze voorkomen dat het zoetwaterkanaal de Sommelsdijckse kreek van Nickerie wordt. Als zij het initiatief nemen, is de kans groot dat ook uit Nederland hulp wordt geboden.
Met dank aan Prem Girjasing en mijn gewaardeerde collega van Groen Links, Bert van Alphen.
Copyright © 2003 - 2008 . All rights reserved.
Designed & hosted by Galactica's Graphics